Ngoma bridge, grensovergang Namibie-Botswana met schitterende baobabs. Hier controleren ze je koelkast op de aanwezigheid van melk, yoghurt, vlees, kaas etc. Wij moesten alles inleveren. De man die het controleerde dacht dat we alles aan hem zouden geven maar de lekkere baby Gouda hebben we aan een vrouw van de douane gegeven omdat ze heel aardig en grappig was.
Er is direct na de grens een camping maar wij zijn doorgereden omdat er op de kaart stond dat er verderop ook nog een camping was. Geen camping en heeel veel regen, we vroeger aan een politieagent of er nog een camping was tussen Ngoma en Savuti maar hij zij dat we moesten bushcampen. Zonder ene pula en zonder vlees, melk etc zijn we doorgereden tot in het Chobe Nat Forest en hebben een we bushcamp opgezet tussen de bomen, onzichtbaar vanaf de weg. Peter had net de tent opgezet en ik was de schitterende zonsondergang aan het fotograferen als we opeens van heel dichtbij olifanten horen. We springen in de auto en houden onze adem in. We staan in dicht struikgewas en bomen hoger dan de auto dus we kunnen niets zien alleen horen en voelen. De olifanten grommen en tetteren en we horen ze binnen 5 meter takjes afbreken en kauwen. Onze hartslag was boven de 300. Opeens herinner ik me dat we bananen in de auto hebben liggen. Ik gooi ze snel een heel eind van de auto vandaan zodat ze daar in ieder geval niet op afkomen. Als we na een uur niets meer horen trekken we onze stoute schoenen aan en gaan in de tent liggen (geen eten). Het is al donker dus wegrijden gaat helemaal niet. Stel dat je tegen een olifant aanrijdt. Je kon de olifanten bijna voelen zo dichtbij waren ze. Peter valt, ondanks de angst in slaap, maar iedere keer als ik me ontspan en denk nu kan ik misschien slapen dan hoor ik weer zo'n olifant eten en grommen. Ik ben nog nooit zo bang geweest, ondanks dat iedereen altijd zegt dat ze niets doen weet ik niet of ze misschien kwaad worden als je niest of hoest.
Zodra het licht wordt zien we dat al het gras om de auto is platgetrapt. Ze waren zelfs nog dichter bij dan dat we dachten. Nu willen we weg, we horen geen
olifanten meer maar op het moment dat Peter de tent wil inklappen horen we heel dichtbij leeuwen grommen. Dit was de eerste keer dat Peter de tent ingeklapt heeft vanaf het dak.
We ontbijten wel onderweg.
Als we om 6 uur in het schemer op weg gaan naar Savuti (diep zand track) zien we alleen maar grote troepen olifanten oversteken. Met hele kleintjes (niet ouder dan 3 maanden) dus met zeer
aggresieve moeders die ons proberen weg te jagen. Geen probleem we gaan wel. Het is tenslotte hun land. Na deze nacht zijn we jumpy en bang voor olifanten.
We komen om 9
uur in Savuti campsite aan en gaan ontbijten met een schitterend uizicht over een droge rivier. Op het moment dat de gebakken eieren bijna klaar zijn komt er
een groep bavianen op het eten af. Peter is niet bang, pakt een stok en jaagt de leider weg. Na 5 minuten gaat de bavianenleider op een betonnen tafel voor ons liggen
en Peter uitdagen. Hij ligt suggestief op z'n rug met z'n piemel te spelen en Peter aan te kijken. Als Peter hem wegjaagt loopt de baviaan om de auto en komt mijn kant op. Kun je je
voorstellen Peter aan 1 kant van de auto met een grote stok en ik aan de andere kant met een machete en stoffer in m'n hand proberen de baviaan weg te jagen. Uiteindelijk winnen
we en gaan ze weg.
Na vannacht en nu de bavianen even proberen de hartslag weer naar beneden te krijgen. Ik lees wat als Peter een hele grote olifant op zo'n 5 meter van me vandaan ziet. Hij wil net in de auto stappen als ik aan zijn kant een nog grotere olifant op 2 meter afstand van Peter zie. Zitten we weer in de auto met olifanten om ons heen. Gelukkig verdwijnen die weer, dus Peter kan gerust naar de douche gaan. Als hij terug komt denk hij dat hij leuk is door trompeterend/toeterend als een olifant me te laten schrikken. Hij ligt in een deuk maar op hetzelfde moment komt er weer zo'n joekel naast de auto. Ik heb genoeg olifanten voor de rest van m'n leven gezien.
We besluiten om de auto maar ergens anders neer te zetten want dit kampeerplekje is ietsje te druk. s' Middags doen we een gamedrive en zien we heel veel vogels maar helaas ook olifanten die flapperend met hun oren laten weten dat we maar beter om kunnen keren.
We besluiten om naar Maun te gaan want we hebben geen vers voedsel meer en de wegen worden alleen maar modderiger met zoveel regen. We gaan na een ochtendgamedrive richting Maun als we opeens gieren zien cirkelen. Snel rijden we naar de plek en we zien 4 leeuwinnen een prooi afpakken van de gieren. Met z'n vieren trekken ze de impala aan stukken en gaan alle vier op een apart plekje liggen knagen. Dit alles gaat met een hoop kabaal, gegrom en geklauw. De ene leeuwin heeft een groter stuk dan de andere en wanneer de ene klaar is met haar stuk probeert ze een stukje bij een ander te pikken. Dit eindigt in een gevecht. Wat een foto's , helaas is het gras wat hoog om het heel erg duidelijk te zien. Als alles op is vertrekken ze weer en gaan wij weer op weg naar Maun.
We zijn nog maar net aan het rijden als we in de verte een auto zien met iemand op het dak. Blijken het Sjoerd, Jonneke, Marianne en Jan te zijn. We kletsen even bij en omdat het weer zo leuk is om ze te zien maken wij rechtomkeer en gaan terug naar de camping. Wij blijven nog een dagje in Savuti. Gelukkig hebben Sjoerd e.a. nog vers eten en gezamelijk maken we een heerlijke poitjie. 's middags gaan we eerst op zoek naar de leeuwen maar helaas geen leeuwen te zien. Maar daarintegen wel heel veel olifanten, waarvan 1 eerst een lekker modderbad neemt. Staat er een enorme olifant op de weg en die laat ons heel duidelijk weten dat we niet mogen passeren. Ik was het ook niet van plan om een olifant tot iets te dwingen wat hij niet wil. Dus omdraaien en maar een andere route nemen.
We proberen nog wilde honden te vinden maar, behalve heel veel verschillende ooievaars en mooie omgeving, zien we geen roofdieren. Op de terugweg naar de camping moeten we nog langs een paar van die joekels die maar niet opzij willen.
We staan vroeg op om een gamedrive te doen. Als we bijna op het punt staan om weg te rijden, horen we dat Marian jarig is en dat zij uiteraard eerst uitgebreid willen ontbijten. Omdat we niet weten of we ze nog zien na de gamedrive en nemen we voor de tweede keer afscheid.
Tijdens de gamedrive gaat het weer gieten, dus gaan we maar richting Maun. Er ligt al genoeg water op de weg en voordat het onbegaanbaar wordt gaan we maar. We rijden gauw terug naar de camping, want we hebben nog een cadeau voor Marian, een raamsteun, maar helaas ze zijn al aan het gamedriven. De route naar Maun gaat via de Mababe gate. We moeten de sandridge route nemen want die is nog begaanbaar terwijl de marshland route 1 en al modder is. Dan is de keuze gauw gemaakt!!! Wij dachten dat de sandridge route droger zou zijn, nou mooi niet. Het is net alsof je in de Efteling bent en alleen maar in een achtbaan door het water gaat. Alleen maar plassen van 5 tot 25 meter en van banddiep tot moterkap diep met tussen de plassen 1 meter droog. Dus op en neer door plassen waarvan je niet weet hoe diep ze zijn en of er boomstammen in liggen en (wat nog veel erger zou zijn) of de grond drassig is. Normaal moet je dit soort plassen testen door er doorheen te lopen, maar zoveel plassen testen is onmogelijk. Dus op hoop van zegen huppetee erin en er weer uit. Het werd zelfs leuk.
Peter is zo geconcentreerd aan het rijden dat hij bijna een giraf voor z'n kloten reed (Die kloten waren ook heel duidelijk te zien toen het beest geschrokken wegrende). De giraf stond bijna op de weg en hem dan niet zien is wel heel bijzonder. Zo'n 10 km voor de Mababe Gate worden de plassen ietsje modderiger, tot werkelijke modderkuilen. 1 zo'n kuil was zo breed en diep en zag er zo dreigend uit dat we besloten om er maar opheen te rijden. Nou dat ging ook maar net aan goed. Het beginstukje ging wel maar halverwege zakte de auto helemaal scheef weg en met een dot gas sprong de auto naar voren en waren we aan de overkant. We hebben nog wel even gekeken naar het gat en we hebben geluk gehad!!. Eindelijk de Gate, nu is de grootste modderboel over (dachten we). Nou mooi niet hier begon het pas goed. We hebben zelfs d-tours gemaakt, dwars tussen de bomen door. Dit was wel een ultieme test voor het vinyl op de auto. Het is ietsje beschadigd maar gezien de moeilijkheid om tussen bomen door te wurmen, daarbij uiteraard allemaal takken tegen de auto, heeft de sticker zich enorm goed gedragen.
Vlak bij Moremi kwamen we allemaal van die mooie schone 4WD auto's tegen die met grote ogen keken naar de vuile vieze Zebra. Met zo'n blik van "Zou het zo erg zijn in Moremi?". Het heeft ons 7 uur gekost om van Savuti in Maun te komen (zo'n 160 km). En we sterven van de honger maar we hebben nog steeds geen pula's. Naar de bank en dan het eerste de beste vreettentje in dat we zien. Dit was Nando's, we bestellem veel meer dan dat we opkunnen en anwege de trek die we hadden smaakte het nog goed ook. Opeens komt er een bekend gezicht binnen. Olaf een Duitser die we in Swakopmund hebben leren kennen. Hij leidt ons rond in Maun en we gaan met hem naar de camping van Sedia Hotel. Zodra we onze auto parkeren komt er een witte kat aangelopem. Olaf zegt tegen de kat dat hij maar naar mij toe moet gaan en luid miauwent laat de kat weten wat hij wil. Nou laten we toevallig kattevoer in de auto hebben. Dus voordat we ook maar iets gedaan hebben heeft de kat eten. Uitgeput gaan we vroeg naar bed met een poes (nog net niet aan het voeteneind, maar op de moterkap).
Nu we in Maun zijn kunnen we eindelijk eens de 1000 en 1 dingen doen die nog moesten gebeuren. Allereerst naar Kalahari Kanvas de tent te laten repareren. De ritsen sluiten niet goed meer (muggen) en we hebben een beetje lekkage in 2 hoeken. Dit kan helaas niet vandaag (vrijdag) maar maandag. Dit wordt wachten. Niet getreurt we moeten ook nog even naar de hubs en de olie in de transferbox, vooras en de achteras en de versnellingsbak. Blijkt water in het systeem gekomen te zijn omdat het afsluitklepje niet goed sloot. De monteur van Crocodile Camp Safari repareert alles en vervangt de olie. Helaas was de "workshopmanager" Thomas in een niet zo'n goede bui want die begint een partij te schelden tegen Peter, over dat er niet prive gesleutelt mag worden etc. Wij zijn door Olaf meegenomen naar deze garage want hij had al een afspraak (waarvan de chagerijn afwist). Gelukkig konden de monteurs het werk gewoon afmaken en was de Zebra weer vol goede olie.
Eten bij Steers met Olaf, we moeten meer dan een uur op ons eten wachten. Het was koud, slechte smaak en pas na 10 keer klagen kwam het eten. Geen aanrader dus. Terug op de camping staat onze geadopteerde kat al schreewend op ons te wachten op eten.
Het Amerikaanse Landcruiserverhaal afgemaakt voor het blad Toyota Trails en een CD gemaakt met de originele foto's erop. Dan naar PostNet een soort Postkantoortje met een heel hulpvaardige Engelsman. We versturen de CD via DHL naar Todd want hij wilde ales voor 15 maart hebben en we zijn een beetje laat. Verder kan je niets doen op zaterdag want de meeste bedrijven zijn dicht en winkels gaan om 1 uur dicht.
Een echte zondag, lekker niets gedaan behalve naar een braai bij Crocodile Camp safari. Voor 50 pula heb je net zoveel eten en drinken als je wilt inclusief een zwembadje.
Een drukke dag, om 8 uur bij Kalahari Kanvas om de tent te laten repareren en om wat tassen te laten maken. De rotzooi moet altijd of in de kisten (lastig) of zwerft rond in de auto of staat in een klein wit mandje (cadeau van een collega van Peter). Niet echt ideaal dus verzinnen wij een tas voor aan de wand van de zebra met allemaal vakken. Ook willen we een tas op maat en we zien een muskietennet die onder de luifel kan. Dit is allemaal mogelijk maar kan pas vridag klaar zijn. Geen probleem we gaan toch eerst nog naar Moremi.
We hebben al een paar keer gemerkt dat de accu's een beetje raar doen. Soms start de auto niet maar ook het opladen van de extra accu gaat niet goed. Dus gaat Peter klooien aan de accu's en ik ga lekker aan de website werken met een witte kat op schoot. De kat krijgt nu zoveel te eten (inclusief blikvoer) dat hij wat begint uit te dijen.
Ondanks het opladen start de auto weer niet. We hebben zelfs rook onder de motorkap als Peter de startkabels aan de extra accu verbindt. Dus eerst naar Riley's garage. Zij verwijzen ons naar een electrician (die overigens voor Baillies ZA gewerkt heeft). Deze ziet direct het probleem. De fusible link was kapot. De isolatie was nog intact maar de draadjes waren door. Dit betekende dat de accu's niet opgeladen worden. Overigens precies hetzelfde probleem als met de verlichting het geval was. Peter gaat nog het een en ander sleutelen (o.a remschoenen vervangen) en ik ga lekker bij Postnet (airco) aan de website werken.
We wilden bij French Connection gaan eten maar helaas konden we niet op een helling parkeren (voor als de auto niet wil starten) dus helaas naar Nando'ds en met draaiende moter eten.
's Avonds besluiten om maar gewoon bij Sedia hotel te eten en dat was erg lekker. We ontmoeten daar 3 Duitsers. Herbert een tandarts, Matthias een chirurg die in Botswana werkt en ??? Zij zijn op vakantie in een Landcruiser en we spreken af om Moremi gezamelijk te doen.
5 uur eruit en om 5.30 op weg naar Moremi (in het donker). De Duitsers liggen nog op 1 oor dus zien we die wel weer in Moremi. De zonsopgang is schitterend rood en als we de zandweg naar Moremi inslaan zien we een grote gevlekte hyena op de weg lopen. Hij blijft een heel tijdje voor ons uit hobbelen voordat hij het hoge gras in duikt. Je ziet waar hij erin gaat maar zodra ze tussen het gras zitten zie je niets meer.
Zo'n 5 km voor South Gate zien we opeens 2 wilde honden liggen. Je gelooft eerst je eigen ogen niet. Auto stil gezet en gewoon kijken. 1 van de honden heeft een radiohalsband om en als ze gaan lopen zien we dat 1 hond z'n poot gebroken heeft. Wat is dat akelig om te zien. Even later komt de rest van de groep en gaan aan elkaars bekken likken en janken om de groep te bewegen om te gaan jagen. Alle honden (zo'n 25) komen bij de hond met het gebroken pootje kijken. Gelukkig zorgen wilde honden heel goed voor elkaar en hoeft de gewonde hond niet bang te zijn om te verhongeren. Na een 10 minuten komen er safariauto's aan en de hele troep gaat eens even kijken. We hebben heel lang de groep bekeken voordat we doorgereden zijn naar de ingang van Moremi. We hebben geen permit dus moeten we die maar kopen bij South Gate. We horen allemaal verhalen dat ze zo strikt zijn in de Nationale parken van Botswana en dat je er echt niet in komt zonder permit. Nou helemaal geen probleem we mogen gewoon bij Third Bridge (campsite) betalen. We rijden richting Third Bridge zonder dat we veel zien. Alleen maar impala's, gelukkig zijn die altijd schattig om te zien met hun nieuwgierige koppies en mooie grote oren. Opeens zien we een enorme modderpoel en geen d-tour erom heen. Voor de modderpoel ligt een boomstam wat dus duidelijk aangeeft dat je er niet doorheen kan. Dus er maar omheen. Halverwege, blub, STUCK IN THE MUD. Ja hoor we zitten vast, vooruit, achteruit maar we komen er niet uit zonder te graven en zandladders. Dus Peter in de blubber gravend, gelukkig hadden we op aanraden van Jack (Eezi Awn) een Afrikaanse schoffel gekocht en dat werkt makkelijker dan graven met een schep. In zo'n 10-15 minuten zijn we uit de modder en weer op weg. We rijden op de waypoint van de infomap naar Third Bridge, nou die waypoint klopt dus niet (dit is al de tweede foute waypoint). Gelukkig vinden we het wel en staan we voor een gammel uitziende brug. Hopende dat deze brug ons houd en we er niet doorheen zakken. Zodra op de brug rijden horen we een eng geluid oei als dat maar niet betekent dat de brug instort. Maar het is gelukkig een ijzeren reclamebord die resoneert zodra je op de brug rijdt.
Aan de andere kant is het kantoortje van 3d Bridge en we krijgen daar zelfs een originele Moremi kaart van de ranger. We rijden terug over de brug naar de campsite om even te lunchen als het gaat gieten. Dus in de auto lunchen gewoon met een sneetje brood ipv een lekker gebakken eitje. Naast ons staat Thomas (de chagerijnige workshopmanager van Croc Camp) met een safariauto met toeristen. Hij vraagt of wij diegene zijn die die boomstam voor het grote moddergat gelegd hebben. Hij legt uit dat de meeste plassen en modderplekken het beste in het midden genomem kunnen worden want daar is de grond onder het water/modder het hardst. Dit bleek een wijze les voor ons. I.p.v. proberen een gat aan de zijkant te nemen, daarbij af en toe gevaarlijk schuin hangend en de kans dat je met 1 kant in de modder blijft steken, gaan we vanaf nu rechtdoor door de plassen. En wat blijkt HET WERKT!!!!
DE hele middag blijft het storten van de regen en we besluiten om maar op tijd wat eten te maken. Peter gaat achter aan het eten beginnen en ik lees nog wat in m'n spannende boek The Convenant van Mitchener. Ik zit lekker op de voorstoel als ik wat voel bewegen (alsof er een kat op de moterkap springt). Ik kijk omhoog door de voorruit en gil "Peter", die laat vervolgens de pannen vallen en springt in de auto. Peter dacht dat er leeuwen zaten, maar het was maar een baviaan. Maar een baviaan, ja hoor als je zo'n monster (het was een oud en groot mannetje) op zo'n meter afstand voor je ziet, naar binnen glurend dan is dat net zo schrikken als dat er opeens een leeuw voor je staat. Met dat verschil dat ik liever een leeuw zie dan een baviaan, al is een leeuw op je moterkap wel ietsje gevaarlijker. Een hele grote troep bavianen met een mannetje (leider) die om de duvel niet bang is en zich niet genakkelijk laat wegjagen, betekent in de praktijk dat je geen eten kan koken. Dus geen lekkere lunch maar ook geen avondeten. We hebben joghurt gegeten en wat oud brood met kaas. Na het bewonderen van woodhoepoe's en hele mooie papagaaitjss zijn we uit pure armoede maar heeeel vroeg naar bed gegaan.
We gaan na het onbijt (de bavianen zijn gelukkig al weer weg) op weg naar Xakanaka. Dit is de campsite waar de duitsers staan. We willen graag samen met hun de modderpaden nemen. Dat voelt ietsje zekerder aan omdat als je dan vast komt te zitten dan kan je met 2 auto's altijd gemakkelijker uit de shit komen.
In Xakanaka staan nog twee andere duitse stellen en we gaan met 4 auto's op weg naar de hippopools. Twee Landcruisers en twee huur-Toyata's, het lijkt wel een karavaan. Als de duitse Landcruiser het hippopad in slaat toeteren de twee andere duitse auto's en zij zeggen dat een ranger ze gewaarschuwd heeft om dat pad niet te nemen want dat is onbegaanbaar. Wij achter de Landcruiser aan om ze te waarschuwen en als we na een tijdje ze ingehaald hebben besluiten we om de twee andere auto's hun veilige pad te laten nemen en wij rijden gewoon door. We zien wel of het gaat of niet. Waarschijnlijk staan ze nog op ons te wachten, maar om dat hele eind terug te gaan daar hebben we geen zin in. Samen met de duitse cruiser gaan we zonder ook maar 1 probleempje naar de hippopools. Bij de pools zien we nog net twee krokodillen (joekels) het water inschieten en de hippos's zijn ver weg. Dus rijden we naar North Gate. We lunchen gezamelijk (heerlijk gehakt met chakalaka) en dan gaan de duitsers proberen om naar Savuti te rijden en wij gaan de Kwai-loop rijden.
We rijden vanaf nu door het middden van de plassen en dat rijdt veel beter dan aan de zijkanten. Ondanks de vele modderpoelen en waterplassen hebben we niet meer zo het gevoel dat we vast komen te zitten. Op een gegeven ogenblik komen we bij een privekamp uit, verkeerd gereden maar de ranger legt ons uit hoe we het beste terug kunnen naar Third Bridge. Alleen was de ranger z'n gevoel voor links en rechts wat vrouwelijk want na een schitterende rit langs de rivier Kwai krijgen we een beetje het idee dat we de verkeerde kant oprijden. We zien hippo's uit het water met visarenden erbij (gelukkig rennen hippo's terug in het water als ze een auto zien aankomen). Blijkt dat we helemaal aan het eind van de loop zijn en het is al 17.00 uur. We willen om 19.00 bij South Gate Moremi uit en het is al 30 km van North Gate naar South Gate. Dat wordt opschieten want het wordt ook al donker. De weg van North naar South Gate is gelukkig wat ze noemen een supply road en dus ietsje beter dan de andere paden/tracks. Het had blijkbaar in het zuiden enorm geregent want de weg was overspoeld. Dit gecombineerd met allemaal olifanten die in het schemer tevoorschijn komen en de weg oversteken, maakte dat het maar de vraag was of we nog op tijd bij South Gate konden zijn.
Om 18.50 uur stonden we voor de Gate. We moesten nog voor deze dag betalen en we hadden niet genoeg pula's bij ons. Dus of we aub met euro's of dollars konden betalen. De ranger vond dat we maar in Maun moesten betalen (wie zei dat ze zo moeilijk doen in Botswana). Nu moesten we nog 80km door het donker terug rijden naar Maun. De hele tijd stoppend voor nachtzwaluwen en uiltjes die op de weg zaten (we zien zelfs nog een honeybadger) komen we om 21.00 uur in Maun aan.
We ontmoeten een engels/schots stel Dave en Joanna, die een maand na ons vertrokken zijn en dezelfde route hebben gereden. Zij wilden met Slade oprijden en hebben veel (email) contact met ze gehad. Ze kenden de zebra dan ook via Slade's website. We gaan samen met hun naar French Connection, een restaurant dat van een nederlander en z'n zwitserse vrouw is. Voor het eerst sinds 7 maanden een uitsmijter rosbief, en niet zomaar een, nee rosbief (home-made) zo lekker als dat je het in Nederland absoluut niet kan krijgen.
Dan snel naar Kalahari Kanvas onze bestelde spullen op te halen. Helaas is het niet af en zijn we de rest van de dag nog bezig met alles passend te krijgen. Maar als het af is ziet het er gelikt uit.
Helaas hebben we nog steeds wat problemen met starten dus gaan we eerst even de accu's laten meten. Daar is niets mis mee dus opnieuw proberen om een electricien te vinden om alles te laten doormeten. We vinden een mannetje (z'n eigen auto starte niet!!!) en we gaan naar zijn workshop/garage. Nou echt op z'n afrikaans, onder een grote boom, een teringbende met allerlei afval van autooderdelen tot aan blikjes etc. en de werkbank is gewoon de grond. Allerlei kijkers erom heen en zo te horen staan de beste stuurlui ook in Afrika aan wal.
Het lijkt erop dat we een nieuwe dynamo moeten kopen, dat is een probleem hier want onze auto is 24V ipv 12V (standaard in Botswana). Het is weekend dus we moeten wachten tot maandag. Na zo'n gekloot is de sate (ja je leest het goed) bij French Connection helemaal super lekker. Gezellig nederlands zitten kletsen met George en Marie.
We hebben onze witte geadopteerde kat een naam gegeven: Olafje. De kat heeft na een paar dagen door ons gevoerd te zijn zo ongeveer dezelfde rondingen gekregen als onze Duitse vriend Olaf. Het is zondag dus kunnen we niets anders doen dan niets doen. We ontmoeten een leuk nederlands stel uit Utrecht en misschien zien we hun nog wel in Chobe of Zambia.
Eerst even nieuwe accu's kopen. Ondanks dat alles afgekoppeld was starte de auto weer niet. Ook gaan we een metalen kist kopen om het muskietennet in op te bergen. Het net is ietwat groot om het in de auto te leggen. Langs de kant van de weg maken en verkopen ze kisten en voor 100 pula hebben we er nog meer zooi bij. Als we aan het eind van de middag de kist op gaan halen, moeten we natuurlijk even passen om te zien of het de goede maat is. Uiteraard is de kist veel te groot (hun meetlat is waarschijnlijk afrikaans) maar als we wat veranderen op het dak moet het passen. Peter probeert even of het net erin past en dat rijden we weg en 1 kist rijker. Aangekomen op de camping roept Peter "shit, shit en nog eens shit" en springt uit de auto, kijkt op het dak. Jo hoor het muskietennet was even op het dak gelegd om te passen en we zijn zo weggereden. Uiteraard is het net er onderweg afgelazerd. Peter rijdt achteruit (bijna tegen Olaf z'n auto aan) om terug te gaan, als er een auto aan komt. De maker van de kist had gezien dat we zo wegreden en is direct achter ons aangereden. Het net lag op de weg en toen iemand het wilde meenemen heeft hij gezegd dat het van een klant van hem was en is het net naar ons toe komen brengen. Wat nou dat ze altijd alles jatten in Afrika.
Nu moeten we nog wel de kisten gaan verplaatsen en moet de cadeaukist leeg. Heel veel zooi is nat geworden dus eerst even ophangen om te laten drogen. Ook nog even wat was gedaan want Peter z'n t-shirtjes zijn bijna allemaal vies. Ik was z'n Baillies t-shirt en hang die aan de tent om te drogen voordat we een lekkere filletsteak gaan eten. Als we om 22.00 uur naar bed gaan blijkt dat het Baillies t-shirt gejat is terwijl alle andere spullen er nog gewoon hangen. Hoogstwaarschijnlijk een toerist geweest die een Landcruiser shirtje wilde hebben.
Vandaag vertrekken we eindelijk uit Maun, Ons laatste luxe ontbijt bij French Connection (vers gebakken croissants en baquette met rosbief) en dan op naar Nxai-Pan Nat Park. We hebben de foto's gezien van Piet Heymans (ZA/Kgalagadi) met leeuwen dat we daar erg graag naar toe willen.
Vanaf de weg is het zo'n 38 km diep zand naar de ingang van Nxai-Pan. Het is 17.00 wanneer we daar aankomen en we willen graag kamperen in Nxai-Pan. Moet je gewoon voor een hele dag betalen als je daar wilt slapen. Dit betekent dat je 120 pula per persoon voor dagbezoek moet betalen, 5o pula voor de ato en 30 pula per persoon kampeergeld. Dit voor een totaal van 350 pula en dan moet je voor 11.00 er weer uit. We zijn geen gekke Gerritje, dus keren we om en gaan wel bushcampen ipv op een kampeerplek staan waar je ook geen hekken hebt. We rijden een stukje terug en hebben een schitterend plekje. Als we 's nachts even moeten plassen en ik al beneden sta, hoor ik een gek geluidje. Ik vlieg het trappetje op (waar Peter nog zit om z'n schoenen aan te doen) en probeer over Peter heen de tent in te klimmen. Peter in een deuk, want hij maakte het geluidje, en noemt me z'n struisvogeltje. Zo van m'n hoofd is binnen dus ik ben veilig. Vanaf nu wordt ik en met de baviaan (Moremi) en met struisvogeltje geplaagd.
We gaan voor dag en dauw naar Nxai-pan en doen een rondje. We zien heel veel zebra's en springbokjes maar verder eigenlijk niet. Een klein beetje teleurgesteld gaan we naar de camping om even te lunchen en een slaapje te doen. Daar ontmoeten we een zuid-afrikaans stel (Julia en Paul) die bezig zijn met een boek over leeuwen te maken. Ze gaan een paar keer per jaar naar Botsewana om te fotograferen (en wat een apparatuur). Zij zijn al voor de zoveelste keer in Nxai-pan en ook zij zijn verbaast over het weinige wild dat er is. Ze hebben jaren wilde honden, leeuwen en cheetah's gezien en nu al dagen zien ze niets. Ook de middag/avond drive is niet echt speciaal al zien we wel voor het eerst bat-eared vosjes.
We doen nog een ochtend gamedrive maar weer is er nauwelijks iets te zien, dus gaan we maar naar de Nata Bird Sanctuary. Als we wegrijden roepen wat werklui dat ze leeuwen gezien hebben. Moet een troep van 7 leeuwen zijn maar wij zien nog net de kop van 1 leeuw in de struikjes voordat hij verder het dichte struikgewas in verdwijnt.
We rijden naar Nata en logeren in de Nata-lodge. Een schitterende lodge met hele mooie en schone douche-toilet blokken. De wasbakken in de lodge zijn pure kunstwerken, helaas is de maker ervan niet meer actief. We ontmoeten een engelsman die in Botswana is om opgravingen te doem. Hij gaat bewijzen dat de Egyptenaren in dit gebied al handel dreven lang voordat de Europeanen hier waren. Wie weet!
De Nata Bird Sanctuary moet schitterend zijn, als het niet zo nat zou zijn. Sommige paden zijn rivieren geworden en we hebben geen zin in zwemmen. Dus na een uurtje maken we rechtsomkeer en gaan we naar Chobe. We bellen Heleen nog even want we hebben al een tijdje niets meer van haar gehoord. Gelukkig gaat het ietsje beter met haar en met een ietwat geruster hart gaan we weer op weg.
De 300 km naar Chobe zou vol moeten zitten met olifanten, we hebben er twee gezien (gelukkig maar). We zien nog wel een doodgereden paard met 100 gieren erop. In Chobe ontmoeten we Julia en Paul (Nxai-Pan) weer we besluiten om morgenochtend vroeg samen een gamedrive te doen (zij komen hier zo vaak dat ze bijna ranger zouden kunnen zijn).
's Nachts regent en onweert het verschrikkelijk en het ergste was dat onze "gerepareerde" tent lekt als een biezen mandje. We hebben de Victoria Watervallen in onze tent. Ook hebben we hippo's rond de auto.
Om 6 uur gaan we (zijknat) in de regen naar Chobe Nat Park. We rijden met Paul en Julia op zoek naar een groep van 14 leeuwen die de vorige dag gesignaleerd waren, knagend aan een buffel die ze gevangen hadden. We zien 2 leeuwinnen met dikke buikjes onder een struik liggen maar de rest ligtergens verscholen. We waren niet zo enthousiast over Chobe (erg toeristisch) maar ik moet toegeven dat het wel erg mooi is, zeker als je zelf rijdt.
's Middags proberen we een internetcafe te vinden, maar helaas de enige plek is een peperduur hotel met een hele langszame verbinding (16k) dus geen up-date. Om 15.30 uur gaan we weer een gamedrive doen op zoek naar die 14 leeuwen. Als we net met Paul en Julia aan een wijntje met brie staan aan de Chobe rivier met uitzicht op visarenden en puku's (wat kan het leven toch zwaar zijn in Afrika), zien we in de verte leeuwen. 11 leeuwen, waarvan een aantal jonkies (geen kleintjes). We maken schitterende foto's en helaas moeten we om 19.00 uur uit Chobe zijn, want anders krijg je een boete. Ondanks de tegenslagen is het toch een bijzonder leuke dag geweest.
We hebben besloten om vandaag naar Maun terug te rijden want met een lekkende tent al die regengebieden in te gaan is geen pretje. 600 km terug rijden voor een tent!!!!. Afgelopen nacht hebben hippo's over de camping gestruind en over een tentje gelopen. De voetsporen stonden op de tent en ze waren zo'n 10 cm van een meisje haar hoofd gelopen.!!!! Is Bridie (zie Caprivi/Namibie) toch goed weggekomen met de hippo's. Om 8 uur gaan we op weg en ik ga onderweg aan de website werken. (Het grootste deel van Botswana is getypt onder het rijden (hobbelend) door, dus als er hele gekke typfouten in staan is het te wijten aan de wegen. Er zijn 2 positieve dingen aan terugkeren naar Maun en dat is dat we Olafje weer zien en lekker eten bij French Connection.
's Ochtends om 7.30u staan we op de stoep bij Kalahari-Kanvas. Ze zijn uiteraard zeer verbaasd dat ze ons terug zien. Ze willen de lekkage verhelpen met de naden in te smeren, maar daar zijn wij het absoluut niet mee eens. Ten eerste, waarom hebben ze dat zowieso niet gedaan, en ten tweede zijn de naden zo dat het water er niet vanaf kan lopen. Een andere optie was een flysheet maar dat vinden wij niets vanwege het geklapper, en we hebben 7 maanden zonder kunnen doen. Dus wordt het een heel nieuw dak. We hopen dat het voor 1 uur af is want dan kunnen we nog terug rijden naar Chobe. Maar het duurt allemaal wat langer en om 4 uur is de tent geplaatst en getest met een sproeier. Nu maar hopen dat het vannacht gaat regenen zodat we het echt kunnen testen. Peter vraagt nog om compensatie voor de 1200 km die we ervoor moesten rijden maar ze vinden een nieuw dak voldoende compensatie. Dit hele verhaal is dus letterlijk van de drup in de regen. Van een klein lekje tot een waterval.
In de tijd dat we moeten wachten op de tent proberen we op vele manieren om de update van Botswana te doen, ik heb niet voor niets het hele eind zitten typen. Maar bij Postnet is het systeem niet zo ver te krijgen dus dan maar wat mailtjes doen. Als we horen dat bij Riley's hotel een ander internet cafe is gaan we het daar maar eens proberen. Bij Compunet zit een man die weet wat computers zijn en het systeem is redelijk snel. We sturen nog even een mailtje naar de Livingstone Lodge in Livingstone zodat we geen visum voor Zambia hoeven te kopen. Netjes in het engels en we krijgen direct een mailtje in het nederlands terug. In twee uur tijd hebben we alles ge-update en gaan we met een (bijna) lekker gevoel de zaak uit. Als ik buiten kom moet ik opeens heel erg nodig naar de wc, maar er is geen mogelijkheid dichtbij. Dus rijden we even naar Steers waar Peter even wat te drinken besteld en ik naar de wc kan. Net op tijd, helaas is er geen water dus doortrekken kon niet. Pech voor Steers maar ik ben het kwijt (een beetje genoegdoening van de slechte bediening van de vorige keer).
de camping van Sedia Hotel kunnen we nog 1 dagje Olafje en Olijfje verwennen en dan is het over.
Voordat we weer naar Chobe rijden nog even een paar lekkere broodjes rosbief gehaald voor de lunch. Marie is jarig vandaag en daarom waren ze een beetje later dan 8 uur open. Nou die broodjes zijn het wachten waard. Ik heb een beetje last van m'n maag dus nog even geen uitgebreid ontbijt maar tegen 1 uur moet het wel weer kunnen om iets te eten.
De hele weg terug weer aan de website gewerkt maar nu de vertaling van Botswana gedaan. Deze rit zien we meer olifanten dan de eerste twee keren. Als we een grote vrachtauto ingehaald hebben steekt er opeens een kudde olifanten over. Uiteraard stoppen wij zodat ze allemaal kunnen oversteken, maar de chauffeur van de vrachtauto denk daar anders over. Met een teringvaart haalt hij ons in en dan zien we hoe hard olifanten kunnen rennen. Olifanten hebben blijkbaar iets meer ontzag voor een hard rijdende truck dan voor een zebra.
In Chobe gaan we eerst even op zoek naar Paul en Julia maar die zijn vertrokken. Een emergency thuis, zal wel voor zijn zaak zijn. Wel jammer want we keken er echt naar uit om met hun nog wat gamedrives te doen. Omdat het al 4 uur is en het regent (alweer), besluiten we maar om wat te koken en vroeg naar bed te gaan. We mogen niet op een hippo-veilige plek staan want die zijn gereserveerd voor overlandtrucks. Dus staan we direct aan de rivier. De beveiliging komt nog even waarschuwen dat we precies in het loopje van de hippo's staan. Lekker veilig gevoel maar niet heus. We moeten, als we er 's nacht uitmoeten goed om ons heen kijken of we iets afwijkends zien want dat kan een hippo zijn. Voldoende waarschuwing om ons in de tent te houden en maar niet te plassen. We houden het wel op!!!
Om 6 uur giet het maar we gaan toch maar naar Chobe, want we willen toch nog wat meer zien. We rijden wat rond, zien bijna niets, behalve modder. Maar dan zien we 6 game-view-auto's bij een struik staan. Liggen 2 leeuwinnen onder de struikjes te pitten. Een gedring om toch zo dicht mogelijk bij die beesten te komen. Dit is niks voor ons, dus we rijden door. Bij de marshlands aan de Chobe rivier stoppen we even om wat te eten en te drinken als Peter opeens een paar leeuwinnen ziet met jonkies. We observeren ze een tijdje maar we willen eigenlijk wel wat dichterbij. Alleen weten we niet of je daar mag rijden. Ook zien we geen duidelijk tracks, dus dan maar op zoek naar zo'n commerciele auto en vragen of je daar mag komen.
De auto die we aan houden is blij dat wij in ieder geval iets interessants hebben en volgt ons. Blijkt dat je gewoon door de marshlands mag rijden en we kunnen heel dichtbij komen. Helaas gaat de game-view auto zo snel en zo dichtbij dat de leeuwen weglopen want aandacht is leuk, maar je moet niet over hun tenen rijden. We zijn toch wel trots op onze "eigen gespotte" leeuwen en we blijven een heel tijdje gewoon naar ze kijken.
We gaan bij de Chobe Gamelodge even een decadent kopje thee halen. Het sterft daar van het personeel en ze blijven naast je staan om een eventueel leeg kopje of kannetje weg te halen.
Geeft je echt zo'n gevoel van dat je er welkom bent. Dus blijven we niet zo lang. We gaan terug naar Kasane om wat inkopen te doen en te informeren of we de was ergens kunnen laten doen.
Erg bot en pissige reacties, dus dan maar geen was. Jammer Peter dan nog maar een dag hetzelfde aan. Als we wat boodschapen willen doen zien we een soortgenoot, een zebra-auto. Een Zambiaanse
auto met twee duitse vrouwen erin. Uiteraard even op de foto. Als we verder boodschappen willen doen dan breekt de hemel open. In deze regen gaan we in ieder geval niet op een boot-cruise, wat we'
eigenlijk wel van plan waren om te doen. We duiken de bar in van de Chobe Safari Lodge om wat op te warmen aan de warme chocomel met rum of zo. Hebben ze dat niet, dan maar een koffie met Amarulla.
Als het om 3 uur nog zeikt, zeggen we de boottrip af en gaan nog maar een keertje gamedriven. We hebben tenslotte niet voor niets 300 pula betaald (50 euro).
In Chobe meteen op zoek naar "onze" leeuwtjes en ja hoor ze zijn er nog. Zonder andere auto's erom heen. We rijden richting de leeuwen als er een kuddetje Sabelantilopen zeer statig voorbij komt,
met in hun kielzog twee, zeer geinteresseerde, leeuwinnen. Met gemengde gevoelens kijk je ernaar, want aan de ene kant zou je graag een kill willen zien maar aan de andere kant zijn sabelantilopen zo mooi.
Helaas voor de leeuwen lopen de sabels snel door en hebben ze het nakijken. Blijkbaar is het de tijd om te gaan jagen want ze lopen duidelijk te zoeken naar iets. Dat betekent dat je geen slapende
maar wakkere leeuwen ziet, met twee kleintjes die hun moeder en tantes volgen. Heerlijk kijken naar het spelen van de leeuwtjes, als er opeens een groot aantal game-auto's komen. De lol is
eraf dus wij gaan maar eens door. Zien we in de verte een leeuwin lopen met daar achteraan wel 6 game-auto's! We lachen om de situatie "De jager gejaagd" maar vooral om de belachelijkheid
van het plaatje.
We zien (gelukkig maar) geen enkele olifant, ze zeggen dat er 45 tot 60.000 olifanten moeten zijn, nou volgens ons zijn het olifanten die onder de grond leven. Molifanten, zo is blijkbaar het klipdassie onstaan (die is familie van de olifant) tijdens de evolutie. Peter heeft nog een mazzeltje, de eerste dag in Chobe zagen we een zeer apart vogeltje een White Crowned Plover. Maar om een foto te kunnen maken moest Peter midden in een modderplas gaan stilstaan. En dat doet tie niet, heb geen bang dat vogeltje zien we nog wel. Nou meestal is dat niet het geval dus ik zeurde al die tijd over "zie je wel die vogeltjes zie je niet meer". Nou op het laaste moment zagen we er 1 en die ging nog poseren ook.!!!
De middag eindigde gelukkig met een zonnetje zodat we toch nog een mooie zonsondergang hebben gezien. Terug op de camping zien we, tot onze lol, weer zo'n Das Rotel (zie Rundu, Namibie). Helaas staan ze wat verdekt opgesteld en kunnen we niet genieten van het ritueel. We weigeren om op een klote stukje te kamperen en we gaan gewoon naast het nieuwe toiletgebouw staan op de overlanderplek.
Rustig ontbijten, samen met een wrattenzwijn met jongen om om 9 uur eens richting Zambia te gaan. We hebben allemaal enge verhalen gehoord over het pontje van Kazengula, dus ben ik wel een beetje bang. Een paar maanden geleden is het pontje omgekieperd met een hele zware vrachtauto erop. Alle mensen en auto's zouden meegesleurd zijn de rivier in en van de Victoria Watervallen afgevallen zijn. Ook zeggen ze dat het uren kan duren voordat je het pontje op kan, want er kunnen per keer maar 1 vrachtauto en 4 auto's op. Nou we zijn benieuwd. Maar eerst even van dat lekkere brood halen naast de Shell. Helaas zijn we niet helemaal wakker want we stappen uit, controleren nog even heel goed of alles op slot is, als we ontdekken dat de sleutels nog in het contact zitten. Stom stom stom. Gelukkig is de reservesleutel zo te pakken en gaan we lachend op weg naar de grens.
Bij de douane blijkt dat we al die tijd illegaal in Botswana zijn geweest. We hebben niet opgelet toen we bij Ngoma het land in kwamen dat ze ons een drie dagen visum hebben gegeven. En we zijn al een paar weken in Botswana. Gelukkig doen ze niet echt moeilijk, bellen ze Ngoma en stempelen gewoon ons paspport en carnet. Gelukkig want wij moesten nog 10 pula betalen om Botswana in te komen, maar sinds 1 maart is dat een ietwat verhoogd. 120 pula voor de auto en ook nog een bedrag per persoon.
Dan rijden we door naar het pontje, we kunnen direct aansluiten achter 3 auto's en binnen 5 minuten staan we op een ietwat gammel pontje, op weg naar de overkant. Je kan zien dat de Zambezi erg hoog staat en dat het water erg hard stroomt, maar het gaat allemaal erg goed (anders had ik dit niet meer geschreven). Zambia here we come.